Zakgeld geven is een goede manier om kinderen te leren omgaan met geld.
Een kind is oud genoeg voor zakgeld wanneer ze de leeftijd hebben bereikt dat ze munten kunnen herkennen. Dit is gemiddeld rond het zesde levensjaar.
Op school zijn ze dan veel bezig met rekenen en ze ontwikkelen een voorkeur voor speelgoed en hobby’s.
Laat hen – indien mogelijk – vanaf hun 7e jaar een gedeelte van het zakgeld sparen voor grotere aankopen in de toekomst.
Met zakgeld leert uw kind de waarde van geld kennen en dat het gemakkelijk op kan raken. Uw kind leert keuzes maken in wat van het geld te kopen en wat te sparen.
Het leert uw kind een week met een bepaald bedrag te overbruggen.
De hoogte van het zakgeld is afhankelijk van:
• de leeftijd van uw kind;
•Wat heeft u te besteden? Het geven van zakgeld moet in goede verhouding staan met uw besteedbaar inkomen
• de uitgaven die uw kind met het zakgeld moet doen.
Zorg voor structuur en interactie bij het geven van zakgeld. Het is belangrijk dat zakgeld op een vast moment in de week wordt gegeven. Spreek samen een vast bedrag per week af.
Maak samen met uw kind een lijstje waaraan het zakgeld mag worden besteed. Bijvoorbeeld broodjes in de kantine, knikkers, sparen voor verjaardagscadeaus, snoep of tijdschriften, en welk deel bestemd is voor de spaarpot. Voor kinderen onder de 10 jaar is contant geld het handigst. Het is zichtbaar. Praat regelmatig met je kind over het gekozen spaardoel. Wil je kind het gekozen spaardoel nog steeds graag hebben of merk je dat deze twijfelt? Het is goed om de keuzes met je kind door te spreken.
Kinderen die op jonge leeftijd leren omgaan met geld, worden in de meeste gevallen financieel bewuste volwassenen. Voor meer informatie zie www.nibud.nl